donderdag 24 juli 2014

Groot Liedboek Wannes Van de Velde bij Trefpunt

 

donderdag 24 juli 2014 18u00 | Frank Bombeke (tekst), Arnold Van Herreweghe (beeld) | reageer
Trefwoorden: , .
gentse-feesten 2014 Dree Peeremans, biograaf en goede vriend van de in 2008 overleden Wannes Van de Velde, bracht eind 2013 – samen met een aantal anderen uit Wannes’ entourage – het ‘Groot Liedboek’ uit: maar liefst 600 bladzijden (on)uitgegeven liederen van de meester-volkszanger. “Zodat zijn erfgoed levend zou blijven, dat men zijn liederen zou blijven zingen” En zo geschiedde op dinsdag 22 juli op het Groot Podium van Trefpunt vzw Bij Sint-Jacobs. Geen treurnis, maar een aangename muzikale herinnering met een aandachtig –en dankbaar – publiek. Wat er op die mooie zomeravond gezongen werd? De titels die ik me zeker herinner: Café Brueghel, Café met de rode gordijnen, Ik wil een stalen boor gaan kopen, Stadscoupletten, en om af te sluiten de meezinger ‘k Stond voor de brug van Willebroek. Terwijl ik hier een verzamel-cd en vinyl-platen met muziek van Wannes Van de Velde draai, toch nog een praatje bij een plaatje van Gentblogt-fotograaf Arnold Van Herreweghe.

‘Ne zanger is een groep
Wannes-1
Van links naar rechts Kevin van Staeyen, Koen De Cauter, Hans Mortelmans, An Heynen (‘Groepsportret met dame’, cf. Heinrich Böll), Marc Hauman, Jan De Smet, Bernard van Lent (‘Ik wil een stalen boor gaan kopen’ uit Mistero Buffo), Walter Poppeliers

Jan De Smet, mét hoed
Wannes-2

Kevin van Staeyen, Koen De Cauter en Hans Mortelmans
Wannes-3

An Heynen en Marc Hauman
Wannes-4

Kevin van Staeyen, met Wannes-stem
Wannes-5

Marc Hauman
Wannes-6

Jazzy Koen De Cauter
Wannes-7

 Dit artikel werd eerst gepubliceerd op Gentblogt op 24.07.2014

woensdag 23 juli 2014

Prijs Jaap Kruithof 2014 voor Internationale vakbond van huispersoneel

 

woensdag 23 juli 2014 14u55 | Frank Bombeke (tekst), Arnold Van Herreweghe (beeld) | 2 reacties
Trefwoorden: , , .
De uitreiking van de Prijs voor de Democratie en de Prijs Jaap Kruithof tijdens de Gentse Feesten is vaste – jaarlijkse –kost op 21 juli, nationale feestdag. Een druilregen kon de ‘verenigde democraten’ ook dit jaar niet tegenhouden om Bij Sint-Jacobs hulde te brengen aan de voorvechters voor democratie. Na een muzikale intro door Aranis lichtte juryvoorzitter Eric Goeman de motivatie van de jury toe.

De 400 miljoen vrouwen van International Domestic Workers’ Federation (IDWF)
Maakt de jury van de Prijzen het definitief goed met de vrouwen door de Prijs Jaap Kruithof dit jaar toe te kennen aan het wereldvakverbond van huishoudpersoneel, het International Domestic Workers’ Federation (IDWF)? IDWF is de eerste en enige vakbond volledig in handen van vrouwen en vertegenwoordigt in één klap 400 miljoen huishoudelijk werkers, voor 90% vrouwen.

De jury wil met de prijs, gesymboliseerd door een ‘wisselbeeld’, ditmaal van beeldhouwer Frans Wuytack, de nieuwe vakbond een steuntje in de rug geven en de aandacht van een groter publiek vestigen op de schrijnende arbeids- en levensomstandigheden waarin honderden miljoen huishoudwerkers op dit ogenblik leven en werken. Het slagen van deze syndicale organisatie is een noodzakelijke stap om het dagelijks leven van honderden miljoenen huishoudwerkers – vooral vrouwen – te verbeteren en om een einde te maken aan de brutaalste vormen van uitbuiting.

 In de jaren ’70 voerde de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) voor het eerst een debat over huishoudelijk werk. Toen raakten werknemers, werkgevers en overheid het niet eens over de arbeidsnormen. In 2008 nam de ILO de beslissing om toch normen op te leggen. In 2011 werd Conventie 189, de Convention for decent work for domestic workers, door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) goedgekeurd.

Een grote stap in de goede richting, dacht men. Het zag ernaar uit dat er eindelijk betere werkomstandigheden zouden komen voor huishoudwerksters. Zo moest er vanaf dan een formeel contract worden opgemaakt tussen de werkgever en werknemer, verwierven huishoudsters recht op sociale bescherming, weekendrust, en een werkdag van acht uur. Maar twee jaar later is het akkoord nog maar in een beperkt aantal landen geratificeerd…..en nog steeds niet in België!
Huishoudelijk personeel is een onzichtbare groep die gemakkelijk over het hoofd gezien wordt. Ze hebben geen stem om zich te laten horen. Het is gemakkelijk om te doen alsof deze mensen niet bestaan.

Op 28 oktober 2013 is de eerste wereldvakbond van huishoudpersoneel, het International Domestic Workers’ Federation (IDWF) opgericht. Het oprichtingscongres in november 2013 ging door in Montevideo in Uruguay, het eerste land trouwens die de conventie 189 geratificeerd heeft.
Het IDWF staat voor enorme uitdagingen. Van de 53 miljoen personen werkzaam in de huishoudsector moet het overgrote deel nog georganiseerd worden. De ratificering in zoveel mogelijk landen van conventie 189 van de Internationale Arbeidsorganisatie die de rechten van huishoudpersoneel regelt staat hoog op de agenda. Maar ook de strijd tegen mensenhandel en kinderarbeid is prioritair.

 Deze wereldvakbond was sinds 2005 in opbouw. Eerst werd een informeel netwerk van huishoudpersoneel gevormd, het International Domestic Workers’ Network (IDWN) dat de drijvende kracht was achter de goedkeuring van Conventie 189 op de Internationale Arbeidsconferentie in 2011. Op het voorbije congres van IDWN werd het netwerk omgevormd tot een internationale vakbondsfederatie, het International Domestic Workers’ Federation (IDWF). Ondanks het feit dat IDWF pas in november 2014 haar eerste verjaardag viert, zijn er ondertussen al 47 organisaties uit 40 landen uit alle hoeken van de wereld aangesloten. Ook de Indiase Nationale Beweging voor Huispersoneel (National Domestic Workers Movement – NDWM) van onder andere zuster Jeanne Devos, waarover we op 3 mei 2011 op Gentblogt berichtten heeft zich ondertussen ook omgevormd tot een vakbond en zich aangesloten bij IDWF.

Er is een democratisch verkozen leiding met vertegenwoordigsters uit alle continenten. 187 hoofdzakelijk vrouwelijke vertegenwoordigsters uit 55 landen waren bij deze historische gebeurtenis aanwezig. In een sector met weinig syndicale traditie moet de nieuwe wereldfederatie zijn democratisch karakter uitbreiden en consolideren. De regionale werkingen moeten worden uitgebreid en er moet bovendien gewerkt worden aan allianties met de traditionele vakbonden.

Pia Stalpaert, voorzitter ACV Voeding & Diensten, nam namens IDWF de prijs in ontvangst uit handen van Paul Pataer namens de vorige laureaat 2013 Beweging Recht op Wonen (BROW). Ook vandaag komen dromen nog uit, aldus Pia Stalpaert. De oprichting en het ontstaan van deze nieuwe wereldvakbond is eigenlijk een fantastisch mooi verhaal. In onze hedendaagse wereld is het mogelijk geweest om een verdrukte groep op enkele jaren tijd te laten uitgroeien tot de meest besproken groep uit de internationale wereld van arbeid en arbeidsrelaties. Huishoudsters die tot voor kort niet eens erkend werden, als volwaardige werknemers, die in heel wat landen zelfs niet mogen toetreden tot een vakbond, die uitgesloten worden van alle sociale rechten, zijn er in geslaagd om een eigen vakbond op te richten. Stel je voor: een wereldvakbond van huishoudsters.

Tijdens het oprichtingscongres in november 2013 in Uruguay heeft IDWF een ambitieus vijfjaren uitgewerkt met twee grote componenten. Vooreerst wil IDWF de huisarbeidsters aanmoedigen en versterken om zich te organiseren in vakbonden of in andere organisaties om hun belangen beter te verdedigen. Daarnaast wil de nieuwe wereldvakbond campagne voeren zodat alle landen de conventie voor waardig werk voor huisarbeidsters, die in juni 2011 door de internationale arbeidsorganisatie werd aangenomen, ratificeert en omzet in eigen nationale wetgeving.

 Zodat alle huisarbeidsters waar ook ter wereld dezelfde rechten hebben en gerespecteerd en aanzien worden als volwaardige werknemers en niet meer aanzien worden als hulpje of meid. Maar dat zij als werknemers worden aanzien met een eigen statuut, met eigen conventies en volledige toegang tot de sociale zekerheid met inbegrip van moederschapsbescherming en een evenwichtige balans tussen arbeid en gezin.

En België?
In België kon men onder andere via het systeem van de dienstencheques voor heel wat huishoudsters een degelijk loon en een goed sociaal statuut afdwingen. Maar ook in België gebeurt nog heel wat huishoudelijk werk door werknemers zonder papieren.

 Pia Stalpaert deed een oproep naar alle volgende regeringen In België om de conventie voor huisarbeid eindelijk (en allemaal) te ratificeren. Die afspraak was trouwens opgenomen in het zogenaamde Vlinderakkoord. Een ratificatie door België is niet alleen belangrijk voor de huisarbeidsters in eigen land, maar is een bijzonder belangrijk signaal naar de Europese Unie, om sociale dumping en de commercie van huishoudsters binnen Europa aan banden te leggen.
De toekenning van de Jaap Kruithof prijs is voor alle organisaties die zich verenigd hebben in de International Domestic Workers Federation een enorme vorm van waardering en erkenning. Het is een stimulans om verder aan de weg te timmeren. Vol trots aanvaardde Pia Stalpaert namens de krachtige vrouwen aan het hoofd van IDWF de Prijs Jaap Kruithof 2014.

Dit artikel werd eerst gepubliceerd op Gentblogt op 23.07.2014

Prijs voor de Democratie 2014 voor Lydia Chagoll

 

woensdag 23 juli 2014 14u55 | Frank Bombeke (tekst), Arnold Van Herreweghe (beeld) | 2 reacties
Trefwoorden: , , .
  
De uitreiking van de Prijs voor de Democratie en de Prijs Jaap Kruithof tijdens de Gentse Feesten is vaste – jaarlijkse –kost op 21 juli, nationale feestdag. Een druilregen kon de ‘verenigde democraten’ ook dit jaar niet tegenhouden om Bij Sint-Jacobs hulde te brengen aan de voorvechters voor democratie. Na een muzikale intro door Aranis lichtte juryvoorzitter Eric Goeman de motivatie van de jury toe.

Lydia Chagoll vraagt aandacht voor Sinti en Roma
 Nog voor de heisa van Landen waar de burgemeester de rondtrekkende woonwagenbewoners met een geluidsbombardement wilde verdrijven, had de jury de Prijs voor de Democratie 2014 al toegekend aan Lydia Chagoll. Net voor haar inzet voor onder meer de Sinti en Roma. Een zekere profetische gave lijkt de jury niet vreemd.

Lydia Chagoll is danseres, choreografe, actrice, documentairemaakster en schrijfster. Ze was lang de partner van Frans Buyens (1924-2004) en samen deelden ze de verontwaardiging over het onrecht in deze wereld. Maar beiden zochten onafgebroken hoe ze met teksten, documentaires en films met deze verontwaardiging konden omgaan. Zo produceerde Lydia Chagoll op 82-jarige leeftijd produceerde de documentaire ‘Ma Bister’. Ma Bister (herinnering in het Romani) is een knap gedocumenteerde historische film over het leven in Europa van de Sinti en de Roma doorheen de eeuwen. Ze legt de vroegste vervolging van Roma en Sinti vast, brengt de gruwelen van de ‘zigeuner’genocide in beeld en werpt een lijn naar vandaag. Over de ‘zigeuner’genocide tijdens de naziperiode schreef zij ook een boek ” ‘Zigeuners’: Sinti en Roma onder het hakenkruis” (ook te leen in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent).

‘De waarheid kennen is zo belangrijk om de link met vandaag te zien’ zegt Chagoll. In al haar werk scherpt ze ons geheugen aan. ‘Om niet te vergeten’ zegt ze. ‘Nog steeds hebben de Roma en Sinti geen eigen herdenkingsdag in Europa. In Auschwitz-Birkenau kwam er pas in 2002 een herdenkingsteken voor zigeuners. En Berlijn hield voor het eerst een aparte herdenking voor de vervolgde zigeuners in 2012.’

Lydia Chagoll kwam als achtjarig joods kind na de Duitse inval op 10 mei 1940 uiteindelijk terecht in een Japans kamp in Indonesië, naast de ‘zigeuner’vervolging nog een vergeten hoofdstuk in onze recente geschiedenis. Het werd een lange vluchtroute, een lijdensweg die ze herkent in de verhalen van de vluchtelingen van vandaag. Haar oorlogservaring heeft zes en een half jaar geduurd, tot november 1946. Het zal haar blijvend motiveren om op te komen voor vergeten groepen.
Voor Chagoll is het overduidelijk dat ook op de Sinti en Roma genocide (volkerenmoord) werd gepleegd door het naziregime. ‘Zigeuners’ werden opgepakt en vermoord, lang voor het decreet van Himmler, die in 1943 beval om ze te deporteren. Duitsland bleef lange tijd beweren dat ‘zigeuners’ werden opgesloten omdat ze zogenaamde asocialen en criminelen waren. 37 jaar heeft het geduurd voor ze door Duitsland werden erkend als raciaal vervolgden.’

Chagoll ziet hoe het vandaag opnieuw gebeurt. ‘Samenlevingen weten nog steeds niet hoe ze moeten omgaan met mensen die uit een ander onbekend leven komen dan het hunne.’ “Onze burgersamenlevingen zijn overgereguleerd. Wie van de norm afwijkt, past niet in het systeem. Daar is men niet meer in geïnteresseerd. Neem nu de woonwagenbewoners. In Nederland mogen ze in caravans wonen, maar dan zonder wielen. Dat lokt natuurlijk bij sommigen protest uit. We trekken de haren uit het hoofd omdat we het niet snappen: willen ze nu vast gaan wonen of net rondtrekken? We zien het en-en-verhaal niet.’

“Wat doen wij, keurige burgers, tijdens de grote vakantie? We nemen een caravan en gaan trekken. Of we gaan speciaal naar Ierland om er met paard en huifkar, liefst twee maanden, rond te rijden. Dan voelen we ons vrij.’

Toen ze in 1973 regisseur en documentairemaker Frans Buyens ontmoette, begon voor Chagoll een nieuw hoofdstuk in haar leven. Via haar levensgezel zette ze stappen in de audiovisuele wereld, ze werd zijn assistente. Hij was het die haar aanmoedigde om zelf docufilms te maken. Zo maakte Chagoll “In naam van de Führer”, een prijzen winnende film over hoe oorlog beleefd wordt door kinderen – een omvangrijke groep die in de oorlogsliteratuur vaak over het hoofd gezien werd.
Het echtpaar begon de productie van tal van documentaires over het nazisme en het Derde Rijk, de rol van keizer Hirohito tijdens de oorlog en over de stakingen van 1960 en de sociale strijd. Haar filmografie vermeldt niet alleen “In de naam van de Führer” (1997) en “Ma Bister (herinnering)”(2014), maar ook “Voor de glimlach van een kind” (1982), een film over geweld tegen kinderen, gespeeld door poppen. Lydia Chagoll is doctor honoris causa van de Vrije Universiteit Brussel.

‘De jury bekroont Lydia Chagoll voor haar onvermoeibare inzet voor een betere wereld, waarbij ze de herinnering aan het verleden wil levend houden om de levenden te blijven herinneren aan wat vergeten dreigt te worden. En ook telkens sociale groepen die vergeten worden bij herdenkingen hun plaats in de geschiedenis wil toekennen zoals kinderen en zigeuners.Bovenal blijft zij ook een groot strijdster tegen racisme en fascisme niet alleen in het verleden maar tot in het heden, waarbij zij ook blijft waarschuwen tegen populisme en nationalisme.’, aldus de motivatie van de jury.

 Lydia Chagoll mag een beeldje van beeldhouwer-zanger Walter De Buck, bij wijze van ‘wisselbeker’, een jaar lang bij haar thuis bewonderen. De laureate was op welverdiende vakantie. Dus nam Walter Zinzen, laureaat van de Prijs voor de Democratie 2001, het ‘wisselbeeld’ plaatsvervangend in ontvangst uit de handen Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator van het Netwerk tegen Armoede, de laureaat van 2013. Frederic Vanhauwaert deed bij die gelegenheid een oproep om blijvend aandacht te hebben voor de steeds stijgende (kinder)armoede.
Walter Zinzen feliciteerde vooreerst de jury omdat eindelijk nog eens een vrouw de Prijs mag ontvangen. Enkel Paula D’Hondt, Régine Beer, Carla Ronkes, Chris Bens gingen Lydia Chagoll voor. Zij past volledig in het rijtje, hoe klein dit ook is. Net zoals haar Prijs-voorgangsters dat elk op hun manier deden en doen heeft Chagoll haar leven lang racisme, discriminatie, uitsluiting en haat bestreden.

Chagoll deed – en doet- het met kunst en dan vooral met film en literatuur zoals haar recentste Ma Bister, trouwens een voorname factor om haar te bekronen. Heel haar leven lang heeft ze beschreven en verfilmd hoe vooral kinderen, vrouwen en zigeuners hebben geleden onder het naziregime. Dat gaf haar dan ook het morele recht om zich te mengen in de controverse die ontstond nadat Wim Distelmans een studiereis naar Auschwitz had aangekondigd. Zonder enig voorbehoud steunde ze Distelmans, toen die het slachtoffer werd van kwaadaardige en schandelijke verdachtmakingen. Luidop en duidelijk spreken, niet angstvallig zwijgen, dat is wat we moeten doen in deze tijden waar de leugen te vaak regeert, aldus de oproep van Walter Zinzen

De jury van de Prijs voor de Democratie kreeg nog meer pluimen. De jury onderstreept met de Prijs voor Chagoll de rol en het belang van de cultuur voor de opbouw van een harmonieuze samenleving, zoals die andere laureate van de Prijs, Paula D’Hondt, het noemde. Cultuur is geen “linkse” hobby, zoals de herauten van een kille, egoïstische, kale samenleving het noemen. Cultuur is als eten en drinken in een democratie, die naam waardig. Wat zal het lot zijn van de cultuur in het programma van de nieuwe Vlaamse regering? En hoeveel vakbondsleiders en ondernemers beseffen dat “Kunst Veredelt” zoals het in de feestzaal van de Vooruit, goed leesbaar voor iedereen, staat aangegeven?

 Zinzen loofde tenslotte ook de jury omdat ze met de Prijs voor de bejaarde Lydia Chagoll ook een signaal dat de vergrijzing niet noodzakelijk een probleem hoeft te zijn. Integendeel. Vijftig-, zestig-, zeventig- en tachtigplussers kunnen de samenleving nog heel bieden, niet alleen door hun ervaring, maar ook door hun creativiteit, door hun inzet, door hun gedrevenheid. Iedereen heeft wel minstens één talent. Ervoor zorgen dat iedereen, jong of oud, man of vrouw, hier geboren of elders, dat talent tot bloei kan brengen: ook dat is democratie. Ook dat heeft Lydia Chagoll haar leven lang nagestreefd.

Dit artikel werd eerst gepubliceerd op Gentblogt op 23 juli 2014