zondag 5 september 2004

Inleven

Een Marokkaanse vereniging vzw Andalous richt inleefreizen in naar Marokko. Zo écht onder de mensen leven, en eens niet de toerist zijn. De formule heeft succes. Ze hebben zelfs al een Blokker ‘bekeerd’. Op dit positieve nieuws in de krant reageerde een olijkerd dat hij daarvoor helemaal zo ver niet moest gaan. Dan zijn de media eens positief, en komt mijnheer de pret bederven. Rondlopen in de Rabotbuurt is ook een beetje inleven, zo stelde hij. En … ‘t was daar niet zo mis. Daar leeft tenminste nog wat op straat.

Dat was raak. Inleven dicht bij huis, je zou het vergeten. Ik was er weer aan toe. Op een zomeravond nam ik dus de tram 40 van de Lange Steenstraat naar het Sint-Pietersstation via de Muide. En inderdaad, voor de prijs van mijn tramrit heb ik de wereld gezien. Het heeft mij gerustgesteld. Gent speelt nog steeds internationaal.

Ik moest me ook maar eens inleven in de Vlaams-Brabantse Oostrand onder het lawaai van de dalende en opstijgende vliegtuigen van Zaventem. Wat vroeger een logeerweekeinde bij onze beste vrienden heette, werd nu een inleefweekeinde. Een mens moet mee met zijn tijd. Maar ik kan nu getuigen. Ik ben nu een beetje ervaringsdeskundige. Vroeger leefden onze vrienden enkel met dalende vliegtuigen. Sinds het spreidingsplan zijn daar in een soort beurtrol volgens het Heathrow-model ook opstijgende vliegtuigen bijgekomen. Het tafelgesprek bij de voortreffelijke avondlijke BBQ moesten we om de zoveel minuten stilleggen. En ’s morgens heeft de haan ‘op het landelijke buiten’ het verloren van een vroege opstijgende zilveren vogel. Uit het logeerbed - nu het inleefbed! - gebulderd. “Goedemorgen, morgen, goedendag”

Het laatste woord over het spreidingsplan, de dag- en de nachtvluchten, DHL, economie versus gezondheid is zeker niet gezegd en geschreven. Net zomin als over al die andere hinderdossiers zoals autowegen op de auditieve pijngrens, een buurt die de klok rond te ‘levendig’ is, een lawaaierige buurman die god noch gebod wil kennen. We zouden allemaal wat meer moeten inleven, tot en met het ter plekke spreiden van ons bedje. Dan blijft het geen ver-van-mijn-bed show!

Geen opmerkingen: