In een opiniestuk in De Morgen van 07.01.2008 verdedigt Bert Anciaux Spirit-voorzitter Bettina Geysen. Voor de volledigheid en om het eerder 'interne kartelkeukendebat' af te sluiten neem ik dit opiniestuk toch nog op. Ik heb 2 passages die over de inhoud gaan, heel even in het vet gezet. En ik wil het in het vervolg liefst alleen nog over de inhoud hebben.
'Het uitgebreide interview in De Morgen met onze voorzitster Bettina Geysen (DM 31/12) werd de voorbije dagen door een aantal opiniemakers nogal makkelijk herleid tot een loos dreigement van een partij met zelfmoordgedachten. Los van het feit dat het vraaggesprek over veel meer ging dan over de relatie met de kartelpartner, begrijp ik de commotie niet goed. Natuurlijk is de onderhandeling over de lijstvorming relevant voor een politiek project. Wie zich daar als politicus of politiek commentator over verwondert, doet de redelijkheid geweld aan. Spirit postjespakkerij verwijten door zelf uitspraken hierover buiten hun context te plaatsen geeft aan dat deze critici dit weten als geen ander. Bettina's antwoord over de lijstvorming van 2009 was niets meer dan een consequente hypothese, voortbordurend op haar inhoudelijke standpunten.
Natuurlijk mag de lijstvorming voor de regionale en Europese verkiezingen op dit moment niet onze hoofdbekommernis zijn. En dat is het ook niet. Na de jongste verkiezingsuitslag heeft Spirit zichzelf en zijn boegbeelden streng geëvalueerd. Hieruit is geconcludeerd dat een scherpe en duidelijke profilering noodzakelijk is. Wij zijn overtuigd van de inhoudelijke meerwaarde van Spirit, van onze manier van werken en van de breekpunten die ons duidelijk onderscheiden van andere partijen. Wel is gebleken dat de boodschap onvoldoende bij de kiezer is overgekomen. Mensen moeten weten waarvoor we staan. Deze oefening heeft niets te maken met onze kartelpartner. Die identiteit en de perceptie ervan zijn de opdracht van Spirit, zijn militanten, de mandatarissen en het partijkader.
Het uitlichten van de ambities van Spirit inzake zijn politieke vertegenwoordiging in de parlementen gaat voorbij aan de crucialere vraag hoe een kartel een verlies verwerkt. Of een kartel een eeuwig leven beschoren is, vraagt een uitgebreide discussie. Als een van de founding fathers van mijn partij en van het progressieve kartel sp.a-Spirit kan ik zonder schroom zeggen dat de wijze waarop Spirit al te vaak wordt afgeschilderd, in niets lijkt op het werkelijke wezen van ons project.
Mijn geloof in samenwerking over de partijgrenzen heen, prioritair tussen linkse spelers op het politieke veld, blijft rotsvast overeind. Deze samenwerking dreigt weliswaar snel een hol woord te worden als ze louter vormelijk is of te vanzelfsprekend. Het blijft een uitdaging aan die samenwerking te bouwen. De zelfzekerheid en de overtuiging van de individuele partners blijven in deze relatie essentieel maar worden ook bijna dagelijks op de proef gesteld. De tijdsdruk, de unieke regels van het politieke spel en de onmogelijkheid nuances aan te brengen of misstappen te verdoezelen maken het moeilijk om die eigenheid te bewaken en de relatie in evenwicht te houden. Deze risico's worden in tijden van verlies en crisis alleen maar groter. Niemand heeft dan ook beweerd dat samenwerken of nieuwe formules invoeren in een overwegend statisch politiek gegeven gemakkelijk is of zou zijn.
Is dit kartel dan tijdelijk? Als er geen respect meer is, niet voor zichzelf en ook niet voor elkaar, bestaat het risico dat de kruik barst. Verkiezingsplaatsen kunnen daar een symptoom van zijn, net zoals andere politieke afspraken en instrumenten die nodig zijn om je inhoudelijke project na te streven. Maar daar gaat het niet om. Het respect voor elkaar en de eigen standpunten veruitwendigen zich ook en vooral op momenten die er echt toe doen: bij inhoudelijke breekpunten. De prijs voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde die was afgesproken in de schoot van de paarse regering was onaanvaardbaar voor Spirit, het verbod op het dragen van een hoofddoek staat haaks op ons geloof in een interculturele samenleving, het pleidooi voor een regularisatie van mensen zonder papieren is een vanzelfsprekend strijdpunt. Op zulke momenten worden de grenzen van de samenwerking op de proef gesteld en, tot op vandaag, uitgeklaard.
Wat hadden diegenen die nu de zelfmoord van Spirit aankondigen dan gedacht? Dat de ziel wordt verkocht in de bijlage van een krant? Dat er tussen de kartelpartners in beide richtingen nooit harde woorden vallen of kwade telefoons worden gepleegd? Hoe kunnen we samenwerken, hoe kunnen we ooit antwoorden bieden op de weer groeiende antipolitiek als we niet als grote mensen kunnen discussiëren of nadenken over de mogelijkheden van nieuwe politieke formules?
Denken de waarnemers van de Wetstraat nu echt dat alle politieke formaties exact zullen blijven bestaan zoals vandaag? Het kartel sp.a-Spirit is een natuurlijk bondgenootschap dat ontstaan is vanuit een vertrouwdheid tussen de oprichters en hun politieke ideeën. En eerlijk is eerlijk, ook ingegeven door de overlevingsdrang van een kleine partij die op een bepaald moment geen kans zag alleen verder te gaan. Zijn wij daarom gedoemd tot een figurantenrol? Wie de moeite neemt om ons programma en onze standpunten op hun inhoud te beoordelen, zal toegeven dat onze toekomstvisie uitgebalanceerd en consequent is, met een goed evenwicht tussen idealisme en pragmatiek, ook al heeft ze de perceptie vaak tegen. Uiteraard kijken wij verlekkerd naar de procenten van Lijst Dedecker. Maar de nuance van een links verhaal maakt het Spirit bijzonder moeilijk de weg alleen te kiezen.
Spirit realiseert zijn politiek project via vertegenwoordigers in de parlementen. Maar nog meer door duidelijk en consequent op te komen voor een maatschappelijke overtuiging. De partij heeft een gedreven politiek project: een confederale staatsopbouw, het intercultureel denken, het geloof in voortdurende vernieuwing en diversiteit, de zorg voor blijvende kansen voor elkeen om te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren, het rebels en vrij handelen, het koppelen van identiteit aan verscheidenheid, het respect voor individu én gemeenschap. Het maakt van Spirit een mooi en dynamisch project. Voorlopig broos, maar wel uniek.
Het is niet 'pretentieus', noch 'zielig', wanneer de Spirit-voorzitster stelt dat we geen platte opportunisten willen zijn die koste wat kost willen blijven profiteren van een andere partij. Beide partners moeten de meerwaarde van samenwerking inzien. Niet meer, niet minder. Is dat inzicht niet aanwezig, dan hoeft het voor niemand. Dat is duidelijk en eerlijk.
Het kartel evolueert maar zal niet kraken. Het is aan beide partijen om een nieuw evenwicht te zoeken, vooral in onzekere tijden zoals vandaag. Elkaar voortdurend in het vizier houden is onnuttig. Dat houdt in dat de formule ook in vraag wordt gesteld: de opportuniteit maar ook de fundamentele bestaansreden en de sluimerende vanzelfsprekendheden. En als er niet meer samen te leven valt, zullen de wegen niet scheiden omdat de opiniemakers de tijd hier rijp voor achten maar omdat de partners onverzoenbare meningsverschillen hebben en elkaar niet meer respecteren.'
Bert Anciaux (spirit) is Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brusselse aangelegenheden.
www.bertanciaux.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten